Door allerlei externe factoren is het momenteel lastig om in het zakelijk verkeer harde afspraken te maken of toezegging te krijgen waar volledig op kan worden vertrouwd. Hoe daarmee om te gaan? José Komin, mede-eigenaar van IJskoud, is optimistisch: “Met samenwerking, vakmanschap en vindingrijkheid kunnen we ons uit deze impasse krijgen.”
“Time-critical, supply chain management, just-in-time planning … zomaar drie termen die in mijn werk vandaag de dag geregeld voorbijkomen. We leven in een tijd waarin de productie en distributie van goederen met militaire precisie van minuut tot minuut gepland is. De dienstverlening daar omheen zorgt voor een naadloos logistiek proces waarin iedere hobbel wordt gladgestreken nog voordat hij ontstaat. Vandaag besteld is morgen in huis. Niet goed? Vandaag nog opgehaald en direct uw geld terug. Lang leve efficiency!
Dit soort systemen werkt natuurlijk heerlijk … zolang ze gesmeerd lopen. Maar dan moet er dus niet ineens een coronacrisis tussendoor komen. Of een Brexit die de Europese grenzen dichtgooit. Zoals er ook geen containerschip dwars moet komen te liggen in het Suezkanaal. Dan valt er ineens zand in de logistieke motor. En ik hoef u als technisch onderlegde lezer niet uit te leggen wat dat betekent. Naast de termen bovenaan dit stuk zijn ‘kan ik niet beloven’, ‘pffff, wordt lastig en ‘ik zou er niet te veel op rekenen’ termen die ik de laatste tijd dan ook steeds vaker hoor in mijn werk.
Door een serie ongelukkige externe factoren is het op dit moment in het zakelijke verkeer lastig om harde afspraken, toezeggingen of leverdata te kunnen krijgen. Iedereen dekt zich in en houdt twee slagen om de arm. Als ik een bestelling plaats bij een leverancier krijg ik soms eerder het gevoel dat ik hem met een probleem opzadel dan met een mooie opdracht. Natuurlijk is dat begrijpelijk. Iedereen wil zekerheid en betrouwbaarheid bieden, maar op dit moment is dat lastig.
Hoe wij als BV Nederland omgaan met deze onzekerheid, vind ik een interessant vraagstuk. Hebben wij nog wel voldoende competenties zoals creativiteit en flexibiliteit? Of zijn we te veel gewend geraakt aan een land dat loopt op rolletjes, waardoor we nu direct met de handen in het haar zitten?
Om die vraag maar meteen te beantwoorden: ik ben optimistisch. Zoals ik hier wel vaker betoogd heb, geloof ik ook nu weer dat samenwerking, vakmanschap en vindingrijkheid ons uit deze impasse kunnen krijgen. Natuurlijk vraagt dat wat extra inspanning. Wat kan er nog wel? Hoe kunnen we dat linksom, rechtsom of desnoods dwars door het midden tóch voor elkaar krijgen? Als we ons best doen lukt het zeker: elkaar niet langer opzadelen met ‘problemen’, maar weer ouderwets met oplossingen.”
Warme groet,
José Komin