Twintig jaar IJskoud. Hoe het begon

Twintig jaar IJskoud. Hoe het begon
Picture of José Komin
José Komin

Directeur IJskoud

Ooit droomde Henk Komin ervan de autotechniek in te gaan, inmiddels staat hij alweer twintig jaar aan het hoofd van IJskoud. In deze blog vertelt hij over de reis die hij heeft afgelegd. Van stagiair en buitendienstmedewerker naar directeur en van burn-out naar kunstmatige intelligentie.


Geen flauw idee wat koeltechniek was

In 1989 studeerde ik motorvoertuigentechniek aan het hbo, met als doel om uiteindelijk de autotechniek in te gaan. Tijdens mijn eerste twee stageperiodes werkte ik alleen maar binnen, en daar werd ik niet bepaald gelukkig van. Het derde stageadres pikte ik eigenlijk willekeurig uit de multomap van de school en dat was IJskoud. Koeltechniek? Ik had geen flauw idee! Maar het was zo leuk, dat ik na het afronden van mijn opleiding weer heb aangeklopt.


Van buiten naar binnen

Ik wilde graag een functie op kantoor. De toenmalige eigenaar zei: ‘Da’s allemaal leuk en aardig, maar je moet wel leren wat koeltechniek is. Ga eerst buiten het vak leren en dan praten we wel weer een keer verder.’ Zeven jaar later vond ik het wel tijd om een volgende stap te maken en die kans kreeg ik. In eerste instantie deelde ik een baan met een collega, waarbij we elkaar wekelijks afwisselden tussen binnen- en buitendienst. Op den duur begon mijn collega steeds minder plezier te hebben in het werken op kantoor. Hij gaf aan dat hij het leuker vond om buiten te werken. Toen heb ik ervoor kunnen kiezen om volledig binnen te gaan werken.


Directeur

Op het moment dat de eigenaar van IJskoud met pensioen ging, had ik wel interesse om het bedrijf over te nemen. Helaas waren er nog twee gegadigden: de boekhouder en een collega. Ik had niet veel vertrouwen in een samenwerking, dus mijn voorwaarde was wel dat ik het alleen zou doen. De boekhouder viel al snel af en de collega haakte ook af toen hij ontdekte dat hij in het bedrijf moest investeren. Zo werd ik in 2003 eigenaar van IJskoud.


Muiterij

Ik dacht dat ik alles al wist, maar in werkelijkheid begon het toen pas. Plotseling had ik de verantwoordelijkheid voor 25 werknemers, met wie ik samen was opgegroeid in het bedrijf. Ik was begonnen als stagiair en ineens was ik hun baas. Hoewel iedereen zei dat ze het accepteerden, bleek één collega toch tegen mij te muiten. Hij had iedereen tegen mij opgezet. Op een dag ontving ik een brief waarin stond dat het voltallige personeel hun vertrouwen in mij opzegde. Ik zei tegen iedereen: ‘Morgenavond is er een vergadering hier. Als je niet komt, ben je ontslagen.’ Dat werkt natuurlijk helemaal niet zo in Nederland, maar het had effect. Iedereen was er. We hadden een goed gesprek, de situatie kalmeerde en er was er maar één die het onderspit moest delven: de muitende collega.


Kolder in de kop

Wat betreft het klantenbestand waren we ook toe aan verandering. Al voordat ik eigenaar was, werd ik zenuwachtig van het klantenbestand. Op dat moment was de Heinekenbrouwerij als grootste opdrachtgever goed voor zo’n zeventig procent van de omzet. Als daar een inkoper de kolder in de kop zou krijgen en de samenwerking met IJskoud zou stoppen, hadden we een serieus probleem.


Andere koers

Ik besloot dat we een andere koers moesten gaan varen. Ik wilde een grotere diversiteit aan klanten aantrekken, met name klanten die serieus met hun koelinstallaties omgingen. Op dat moment waren we voornamelijk actief in de horeca, overal in Noord-Holland waar het Heineken-logo boven de deur hing, verzorgde IJskoud de koeling. Alleen kwamen die café-eigenaren pas in actie als er iets kapot was en bij voorkeur als de brouwerij voor de kosten opdraaide. Onderhoud? Ho maar. Ik bood ze een onderhoudscontract aan: voor de prijs van één glas bier per week konden ze een all-in contract krijgen, met 24/7 service. Een schamele 2,5 gulden per week, dat stelt toch niks voor? Respons? Welgeteld één. Dat was voor mij de bevestiging dat er iets moest veranderen.


Spannende periode

Ik besloot te investeren in klanten zoals overheden, ziekenhuizen en kantoren. Ik ben ook naar Heineken gegaan en zij wilden dat ik mijn prijs zou verlagen. In plaats daarvan heb ik de prijs verhoogd. Dat betekende het einde van onze samenwerking. Dat zorgde voor een hoop spanning, maar ik kon niet anders.


Focus op techniek

In 2005 realiseerde ik me dat ik de techniek heel leuk vond, maar dat je als ondernemer ook te maken hebt met medewerkers. Mensen met vragen, die ik liever niet beantwoordde. Daar ben ik gewoon niet zo goed in. Thuis liep het ook een beetje scheef. Ik werkte me rot, José had een drukke baan in de zorg. Heb je kinderen dan is het altijd een strijd wie er naar het werk mocht gaan. Op een gegeven moment stelde José voor: ‘Zal ik bij jou komen werken? Kan ik me bezighouden met de mensen en kan jij je focussen op de techniek.’ Een gouden zet. Tot 2015.


Van een kleine vier naar een dikke acht

In de loop der jaren had ik een team om me heen verzameld dat puur technisch was. Keien in techniek, maar communiceren was niet hun ding. Ze leverden wat ze konden en ik accepteerde dat. Als het een viertje of een zesje was, dan maakte ik er wel een dikke acht van. Ik maakte dagen van zes uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds. Dat brak me op in 2015.


Je bekijkt het maar

Op een gegeven moment klopte een van onze grootste opdrachtgevers aan. Hij wilde mee uit eten te nemen als bedankje voor een grote klus die we samen hadden afgerond. Tijdens het etentje wilden we ook meteen het werk voor de komende periode bespreken. Mijn collega’s zouden het gesprek voorbereiden, maar dat was niet gebeurd. Toen had ik het helemaal gehad. Ik zei tegen José: ‘Je bekijkt het maar, geef dat werk maar terug.’ Dat was het begin van een burn-out die drie jaar zou duren. Wel een burn-out met een mooi staartje, want een ondernemer die thuis zit, kan natuurlijk niet stilzitten. Ik besloot een nieuw bedrijf te starten: FreezerData. Daarover vertel ik in een volgende blog meer.


Ruimte

In 2017 keerde ik bij IJskoud terug onder de voorwaarde dat niet alles meer op mijn bord terecht zou komen. José stemde hiermee in en zei: ‘Oké, ik zal meer op de voorgrond treden, maar dan moet je me die ruimte wel geven. Ik ben de directeur, jij de adviseur, jij richt je op techniek, ik op de mensen.’ Deze nieuwe verdeling werkte meteen heel goed, maar sommige mensen hadden er moeite mee. Ze gingen dan om José heen nog steeds naar mij toe. Gelukkig had ik inmiddels wel geleerd om nee te zeggen.


Van een koude koeltechnische omgeving naar een warm bedrijf

José heeft de sfeer in het bedrijf veranderd van een koude koeltechnische omgeving naar een warm bedrijf. Ze nam om te beginnen meer vrouwen aan. Misschien hebben ze niet allemaal de juiste technische kennis, maar ze blinken wel uit in het creëren van een warme band met onze klanten. Daarnaast veranderde José het blauwe logo in een dieprood logo. Alles bij elkaar ontstond er een totaal andere werksfeer. In de beginjaren kon er na een vakantie niet meer af dan een goedemorgen, Nu is dat totaal anders. We hechten veel waarde aan het in gesprek gaan met elkaar en tonen oprechte interesse. Dat zorgt voor een goede sfeer in het team, maar leidt ook tot hoge klanttevredenheidsscores. Natuurlijk is techniek belangrijk in ons bedrijf, maar techniek is niet alles. Klanten willen vaak gewoon gehoord worden. Een techneut zegt eigenlijk nooit nee, die gaat altijd op zoek naar een oplossing. Maar soms is die oplossing er simpelweg niet, en dan is nee toch echt het enige juiste antwoord. Nee zeggen is een kunst, dat weet ik inmiddels.


Warme groet,


Henk Komin, mede-eigenaar van IJskoud

Deel dit bericht

Meer van dit ontvangen in uw inbox? Schrijf u direct in voor onze nieuwsbrief.

Laatste berichten