Mens en AI vormen een perfect team
Op de valreep van dit jaar zat ik met CONNECT 2030 op mijn scherm te filosoferen over de toekomst. CONNECT2030 is een toekomstverkenning van de Nederlandse technieksector, opgesteld door Techniek Nederland en partners. Het dient als leidraad en inspiratie voor bedrijven, overheid en onderwijs om de rol van techniek in de maatschappij te bepalen en strategieën te ontwikkelen voor een toekomstbestendige sector.
In CONNECT2030 gaat het natuurlijk ook over de rol van de traditionele monteur. Zeker nu AI en digitalisering in een – tot voor kort – onvoorstelbaar tempo voor grote veranderingen zorgen, vind ik dat een heel interessant thema. Natuurlijk omdat ik directeur ben van een koudetechniekbureau en dus moet nadenken over ‘mijn’ mensen in de toekomst. Maar ook omdat ik boven alles een mensenmens ben (niet voor niets startte ik mijn carrière als leidinggevende in de zorg).
Een van de grootste veranderingen die het rapport voorziet, is dat de monteur van morgen er heel anders uit gaat zien dan die van vandaag. En hoewel die monteur dit waarschijnlijk niet leuk vindt om te lezen, gaat het grote verschil zitten in het gebruiken van zijn menselijke skills. Juist omdat AI heel veel dingen beter, sneller en secuurder kan dan die monteur zelf, maar nou net níet de menselijke skills.
Ik begrijp dat veel mensen, monteurs, onzeker worden van AI. AI kan fantastisch analyseren, meedenken, helpen in berekeningen, opties aandragen en nog veel meer. Maar AI heeft ook zijn beperkingen. Zo is AI niet creatief. Kan het geen klanten geruststellen. Weet het niet dat aan een leiding voelen of er vocht langs loopt, óók een manier is om te constateren of een koppeling lekt. En al zou het dat weten, dan heeft het nog geen vinger om dat mee te doen.
De monteur van morgen is een hybride vakman. Iemand die de onvoorstelbare kracht van AI combineert met de onvervangbare skills die een mens van vlees en bloed heeft. Juist door die combinatie ontstaat een monteur die zijn diepte en breedte maximaliseert. Die als regelaar, verbinder en creatief, geholpen door AI, veel meer in zijn mars heeft dan hij ooit voor mogelijk heeft gehouden. Ik noem het handen, hoofd, hart én data.
Maar daarin moet die monteur wel een stap zetten. Hij moet als mens een team vormen met AI. Want als hij AI de ruimte geeft om het vak-gedeelte van zijn vakmanschap in te vullen, krijgt hij zelf veel meer ruimte voor het man-gedeelte.
En zo leidt, zoals altijd, teamwork ook in deze turbulente toekomst toch weer tot het beste resultaat.
Fijne dagen en graag tot ziens in 2026!
José
